Het hoge noorden!

Na de rustige dagen op de eilanden is het tijd om weer de reuring op te zoeken in het noorden. afgelopen maandag hebben we de veerpond genomen vanaf koh phangang naar surat thani, om zo via een vlucht in Chiang Mai aan te komen.

Chiang Mai is de voormalig hoofdstad van Thailand. De stad heeft een vrij klein centrum, die je binnenkomt via een oude stadspoort. De nachtmarkt is het culinaire hoogtepunt van de stad. Straten vol met streetfood tentjes waar ze je eten vers voor je neus bereiden. En dat voor misschien 2 euro voor een hele maaltijd. Daarnaast is het ons opgevallen dat de stad aanzienlijk schoner is dan de andere steden waar wij zijn geweest.

De volgende dag besloten we om naar de Elephant Sanctuary (olifanten opvang) te gaan. De organisatie die hieraan verbonden is, red olifanten van de touristische "ride" attracties. Deze olifanten worden bij deze atttacties vaak mishandeld. Bij de opvang hebben we de olifanten bananen gevoerd, met ze gelopen, een moddergevecht met ze gehad en met ze gezwommen. Het was mooi om te zien dat deze olifanten erg vrolijk waren, en dat de mensen die daar werken ook met passie en respect het dier verzorgen. De tour guide gaf aan dat het ongeveer 30 tot 40 duizend euro kost om een olifant te kopen. Dan hebben ze het smeergeld nog niet meegerekend.

Nadat we de olifanten gedag hadden gezegd, mochten we onze eigen thai noodle maken. Daar hadden ze veel toppings voor. Er werd nog aangegeven: " look out, this is my spicy, not your spicy". Natuurlijk trok ik me er niks van aan. Eerst deed m'n tong pijn, toen me mond en daarna deed me hele lichaam een paar dagen pijn.

Met aardig wat buikpijn zijn we de bus in gestapt richting het volgende plaatsje: Chiang Rai. De rit duurde ongeveer 4 uur. Hier merkte we dat de wegen in het noorden niet zo goed onderhouden zijn als in het zuiden. Eenmaal aangekomen leek Chiang Rai wel het bolwerk van commercie. Overal zie je grote billboards met reclame. Zelfs op huizen waarvan je denkt dat het een wonder dat die er nog staan.

In Chiang Rai hebben ze ook een grote bazaar waar straten vol staan met marktkraampjes voor souvenirs, kleding en voedsel. Ook hier bereiden ze het eten vers en voor je neus. Terwijl je zit te eten kan je genieten van thaise danseressen die traditionele dansen uitvoeren. Verder kan je Chiang Rai vooral veel cultuur opdoen. Zo hebben we de tweede dag een tour van ong 10-12 uur gedaan. We zijn langs de white temple geweest, waar we alleen fotos aan de buitenkant mochten maken. Dit kwam omdat er van binnen verschillende actiefiguren van films zijn geschilderd en ze hier geen copyright voor hebben. Daarnaast schildert de tempel de god van de hel af. Dit is te zien door de afgebeelde handen in de tuin, waar het beeld van de god naar wijst.Hierna zijn we doorgegaan naar de Blue Temple gegaan. De naam zegt het al, de tempel is blauw en er staat een heel groot buddhabeeld. Deze tempel had prachtige beschilderingen. Deze tempel wordt de god van de goedheid afgeschildert. Ten slotte zijn we ook nog naar de gouden driehoek gegaan. De gouden driehoek is het punt waar Thailand, Laos en Myanmar elkaar grenzen. Dit punt ligt hoog in de bergen en brengt een prachtig uitzicht met zich mee. De grenzen lopen door de rivieren heen (onder andere de Mekong in Laos).

Morgen vertrekken we weer uit Chiang Rai om via Chiang Mai naar Pai te reizen!